Pleidooi WNL-baas Bert Huisjes: ‘Versterk de omroepjournalistiek’
[door Ton Verlind] De passie voor journalistiek spettert er bij Bert Huisjes, de voorman van omroep WNL van af. Het begint al met de rondleiding over de redactieburelen van zijn omroep in het voormalige gebouw van de vroegere NOS, de organisatie die de publieke omroep tot 2008 bestuurde met mannen aan het hoofd als de gewezen politici André van der Louw (PvdA) en Gerrit Jan Wolffensperger (D66). Ze probeerden ordening te brengen in de aansturing van de publieke omroep, maar slaagden niet of slechts ten dele in hun missie omdat de macht in handen lag van de voorzitters van de onafhankelijke omroepen. De recalcitrante omroepen werden uiteindelijk door Den Haag aan de kant geschoven. Sindsdien is die centrale aansturing een feit en roept op haar beurt weerstand op omdat zo de onafhankelijkheid van de omroepen is aangetast.
Ik ken dit gebouw nog uit de tijd dat ik zelf voor de omroep werkte. Het bestuurscentrum zag er chique uit, met tapijt, tientallen vergaderzalen, een boardroom die bij een multinational niet zou misstaan. Maar de tijden zijn veranderd. De vloerbedekking is weg, letterlijk van de grond geschraapt en het systeemplafond is verwijderd. Aan de bovenkant kronkelen de leidingen zich een weg door het gebouw. Het heeft nu een industriële uitstraling, smaakvol en functioneel en daar, in grote ruimtes, zetelen de redacties van WNL, de journalistieke omroep van Hilversum, bekend om een vrolijk rechtse koers. Ik zie op de redactie veel jonge mensen.
‘Dit is een van de meest unieke bestellen ter wereld‘
Bert Huisjes
Rode vlag
Het gaat goed met WNL en toch maakt Bert Huisjes zich zorgen over het journalistieke klimaat. Hij zegt dat hij in dit gesprek wel scherp aan de wind wil varen, maar hij zoekt niet de confrontatie. Het gaat er vooral om belangrijke dingen bespréékbaar te maken, niet om twijfel te zaaien over de goede wil van wie dan ook. ‘Dit is een van de meest unieke bestellen ter wereld. Het heeft de allermoeilijkste fase overleefd, namelijk de volledige ontkleuring van onze samenleving. De PvdA die zijn ideologische veren liet vallen, zoals ze dat allemaal deden. Nu komt het weer aan op het opbouwen van identiteit en dan zie je dat het niet dood is. Zelfs KRO-NCRV begint zichzelf opnieuw uit te vinden. Prima!’ .
Toch hangt er ook een rode vlag boven Hilversum en dan in het bijzonder als het gaat om het klimaat waarin journalisten hun werk moeten doen. Dat is onvoldoende veilig, zegt Huisjes. Het komt door de flexcontracten, waardoor aan journalisten geen zekerheid geboden kan worden. Over het voortbestaan van programma’s wordt steeds op korte termijn beslist. Daardoor is het onmogelijk eigen specialisten in dienst te nemen en eisen te stellen. ‘Op deze manier kunnen journalisten onvoldoende wortelen, zich niet de cultuur van een organisatie eigen maken’, zegt Bert Huisjes. Ze worden gedwongen van functie naar functie te hoppen. Hij doet er met zijn omroep zelf aan mee, omdat het systeem zich in de loop van de jaren nu eenmaal zo heeft ontwikkeld. ‘Het leidt tot een vorm van hospitalisatie’, zegt hij. ‘Het is niet goed maar we zijn er nu eenmaal aan gewend geraakt’. Zo hebben jonge journalisten het druk met het waarborgen van hun eigen continuïteit. Ze worden all rounders die dan hier en dan weer daar werken en dat gaat ten koste van de verscheidenheid. ‘Die veelkleurigheid van journalistiek is waanzinnig belangrijk’, zegt hij.
Journalistieke expertise in de top ontbreekt
‘Ik vind dat journalistiek tot op het hoogste niveau geborgd moet worden. Een hoofdredacteur die werkt onder een baas is minder onafhankelijk dan een hoofdredacteur die zelf de baas is’. Daarmee pareert hij tevens kritiek van de NVJ (Nederlandse Vereniging van Journalisten) dat zijn functies als algemeen directeur en hoofdredacteur niet verenigbaar zouden zijn. ‘Er is bij WNL geen belangentegenstelling tussen directie en hoofdredactie’, zegt hij, omdat er geen conflict is tussen commercie en inhoud. Bij de NPO daarentegen ontbreekt journalistieke expertise in de top. Het geldt ook voor de meeste omroepen. Het belang van de journalistieke programma’s wordt behartigd door bestuurders zonder journalistieke ervaring. ‘Ik pleit niet voor een superhoofdredacteur maar iemand die het journalistieke klimaat kent en bewaakt. Ik vind dat het organogram niet klopt. Het geldt ook voor nogal wat omroepen. Daar praten bestuurders over journalistiek, alsof ze journalisten zijn, maar het zijn de verkeerde mensen die praten over de verkeerde onderwerpen’.
‘Als de NPO niet meer awareness ontwikkelt op journalistiek gebied, dan gaat dat de journalistiek op enig moment schaden’.
Bert Huisjes
Dan is er is een tendens dat steeds meer organisaties buiten de onafhankelijke omroepen zich bemoeien met de journalistieke koers van die omroepen: de NPO, de politiek, het Commissariaat voor de media dat nu onderzoek doet naar de onafhankelijkheid van de journalistiek, een thema waarmee volgens Huisjes een aan de overheid verbonden organisatie zich niet zou moeten bemoeien. Het moet transparanter, zo vinden de aanhangers van good governance. ‘Het is moeilijk om met bestuurders, juristen en analisten te praten over wat het journalistieke vak is. Dus dan kun je de vraag krijgen: notuleren jullie ook redactievergaderingen? Vanuit procestechniek is dat een volstrekt logische vraag, ‘is er over overlegd’? Als het gaat om de aankoop van kunst in het publieke domein is dat niet ongebruikelijk. Maar als je dat op de journalistiek toepast kom je in een heel andere dynamiek terecht. In journalistieke vergaderingen worden vertrouwelijke dingen uitgewisseld, er wordt open gedacht, er worden namen gebruikt van mensen die jou misschien informatie hebben gegeven. Dus de gedachte bij een jurist ‘maken jullie ook notulen van redactievergaderingen’ wordt door mij gepareerd met ‘ik moet wat uitleggen over de journalistiek’. Dit moet je niet willen. Dit is een gevaar. Als de NPO niet meer awareness ontwikkelt op journalistiek gebied, dan gaat dat de journalistiek op enig moment schaden’.
De publieke omroep is in de kern een mainstreammodel, waarin zowel plek is voor de VPRO als WNL.
Bert Huisjes
Succes
Het succes van Huisjes -de kleine omroep (63.000 leden) heeft een prominente positie verworven binnen het bestel- wordt geprezen, maar vrij van kritiek is WNL niet. Presentatrice Margreet Spijker signaleerde begin van het jaar in een interview in NRC dat bij de omroep een uittocht van tegendraadse mensen heeft plaatsgevonden naarmate een volwaardige status van de omroep dichterbij kwam. Daaronder lag de suggestie dat dit gebeurde onder druk van de NPO. Dat leidt tot de vraag of de omroep een prijs heeft moeten betalen voor zijn toelating.
Bert Huisjes: ‘ik weet waar je naar toe wilt, dit gaat over identiteitsvervaging…. Moet je je conformeren om mee te kunnen doen? Zo voel ik dat niet, ik vind dat we onze eigen koers gaan. De publieke omroep is in de kern een mainstreammodel, waarin zowel plek is voor de VPRO als WNL. Als je het politiek zou zien, dan gaat het van Groen Links tot de VVD, maar alles wat daarbuiten valt wordt voor een mainstreammodel moeilijk’.
Is er een parallel met Powned dat activistisch opereerde, op basis daarvan in het bestel kwam en toen minder activistisch werd? WNL profileert zich nu als vrolijk rechts, maar dat had ook activistisch rechts kunnen zijn?
Ik had gehoopt dat Ongehoord Nederland dat zou zijn….
Had WNL niet moeten voorkomen dat Ongehoord Nederland ontstond?
Ik vond hun uitgangspunt eigenlijk best wel goed. Een deel van de mensen voelt zich ongehoord, maar die zitten niet alleen op rechts, ook op links. Het zijn mensen die best wel ver af staan van het centrum en weinig contact hebben met het middenveld.
Een deel van dat publiek hadden jullie kunnen bedienen…
Ja, dat had gekund.
Was het een bewuste keuze om dat niet te doen?
Je moet een dieper besef hebben wat een liberale conservatieve stroming is. Die is gematigd rechts, we noemen het vrolijk rechts om onderscheid te maken met keihard conservatisme. Het zijn constructieve deelnemers aan onze samenleving. Of ze nou in de snackbar zitten of op de trekker, bij een advocatenkantoor of in de politiek: het zijn mensen die er gewoon de schouders onder zetten. Dat zijn dus niet de mensen die aan de rand zijn beland. Verder naar rechts, zit een soort verdwazing die werkelijk het midden niet verdraagt. Ze weten het wel béter maar het zijn allemaal stuurlui die aan wal staan.
Vraagt het sentiment in de samenleving niet méér ruimte voor afwijkende meningen?
Dat moeten dan wel legitieme meningen zijn. Op het moment dat een afwijkende mening is gebaseerd op desinformatie, hoort hij niet thuis in een mainstreammodel. Kijk naar Ongehoord Nederland: daar wordt in een jas van journalistiek iets gedaan dat sterk neigt naar desinformatie, en op geregelde momenten is het keiharde desinformatie. Er zal best wel eens een item tussen zitten dat niet onaardig is gedaan, maar dat is géén garantie. Ook andere media maken wel fouten. NRC, Nieuwsuur, NOS, maar je weet: ze vinden dat zelf ook verschrikkelijk. De basis deugt daar. Dat is toch belangrijk?
De hoofdredacteuren van de omroepen besloten na een turbulente bijeenkomst niet meer samen te werken met Ongehoord Nederland. Wat gebeurde daar?
Ik heb het van een beschrijving door collega’s: dat het behoorlijk ontspoorde. Dat het alleen maar ging om Ongehoord Nederland en Karskens die een eigen opvatting heeft over journalistiek. Dat mag. Maar op een gegeven moment is het geen journalistiek meer. Dan ben je een megafoon van Forum voor Democratie. Dat is propaganda. Ongehoord Nederland levert niet wat ze beloofd hebben. Van de andere kant: je moet een organisatie soms ook even een kans geven. Maar het is moeilijk, omdat Karskens in zijn eigen gelijk zit. Er is een soort spraakverwarring over wat precies de taak is van een omroep. Die is op te helderen, als je tenminste kunt luisteren. Dat gaat dus niet zo goed met Karskens. Het is een bizar slechte eigenschap van een journalist als hij niet kan luisteren.
Hebben bij het toelaten van Ongehoord Nederland sommige mensen niet goed opgelet? Ze hadden dit toch kunnen voorzien?
Het was een procesbeslissing. Heb je genoeg leden? Is er een beleidsplan? Is er voldoende steun? Drie keer ja. Dit is een open bestel en dan kun je niet zeggen: maar voor jou is de voordeur dicht. Zo is ook WNL binnengekomen. Een open bestel is een van de mooiste elementen die we hebben in onze samenleving. Nieuwkomers hebben iets binnengebracht waardoor anderen geactiveerd raakten. Als je altijd dezelfde partijen houdt dan slapen ze in, worden ze oud en op een gegeven moment zitten ze te dommelen en loopt de thee uit de mondhoeken.
De bom rond Ongehoord Nederland is ontploft, en daarna is het weer stil geworden…
Nee, hij is niet ontploft. Hij tikt gewoon door. Dat de hoofdredacteuren van de omroepen niet meer willen samenwerken is een symbolische daad om kracht te zetten naar de politiek. Kijk ernaar! We hebben elke dag te maken met een programma dat deels fakenieuws brengt, terwijl we als journalisten ons best doen om geloofwaardig te zijn. Dan kun je niet zeggen: we gaan dat nog even zeven maanden bekijken, terwijl er elke twee weken uitzendingen uitgaan met dit soort pseudojournalistiek.
Zo gaan steeds meer instanties zich met de omroepen bemoeien. Zie je daar een gevaar?
Ja, want we worden op dit moment bevraagd door het Commissariaat voor de media over de onafhankelijkheid van de journalistiek. De omroepen hebben een brief gestuurd dat het wel heel ver gaat, dat de omroepen nu hun journalistieke processen moeten beschrijven. Zo’n procesbeschrijving heeft binnen allerlei publieke sectoren als zorg en onderwijs al plaatsgevonden. Als je ook de omroepen daartoe dwingt dan kom je uit op een insnoering van de journalistieke vrijheid.
Dit interview verscheen eerder op het mediaplatform Spreekbuis.
Eerder verschenen in deze serie interviews met: Jan Slagter van Omroep Max en Peter Kuipers van KRO-NCRV.
De Telegraaf is het moederbedrijf van WNL. Lekker rechts dus. Mij mogen jullie van de geadresseerdenlijst schrappen.
Het klopt niet wat je zegt, Rombout. Omroepen mogen geen relatie hebben met een commerciele partij. Dus de zin ‘De telegraaf is het moederbedrijf van WNL’ is onjuist, tenzij je bedoelt dat De Telegraaf ooit de initiatiefnemer van deze omroep was. En los daarvan: waarom ben je boos om het enkele feit dat in een serie interviews met omroepbestuurders, ook Bert Huisjes aan het woord komt? Het hebben van geprofileerde omroepen met verschillende achtergronden is toch kenmerk van dit omroepbestel? Ben je er ook op tegen dat we via de NPO diverse geluiden horen?
Mooi en verhelderend interview Ton, dank je wel.