‘In een open brief aan de Tweede Kamer op de website van ESB pleit een groep economen voor een andere omgang met de rekenrente om pensioenkortingen te vermijden. Zij verzwijgen daarbij dat een dergelijke aanpassing geld verschuift van de jongeren naar ouderen’.
Dat schrijft professor Bas Werker van de Universiteit van Tilburg op de website van het Financieele Dagblad. Daarbij doet de professor een manhaftige poging om het frame in stand te houden dat er op de pensioenen gekort moet worden om in de toekomst jongeren niet tekort te doen. Maar kijkt de professor wel met een wetenschappelijk en onafhankelijk oog naar de discussie, zoals je zou mogen verwachten? De publicatie van Werker leidt tot de volgende vragen en opmerkingen:
Wie wil nou de jongeren benadelen?
De groep economen en beleidsmakers die in een brief aan de Tweede-Kamer vragen om een andere berekeningssystematiek rond de pensioenfondsen was aanvankelijk 40 mensen groot, maar volgens KBO Brabant inmiddels uitgegroeid tot 60. Het zijn gewetensvolle mensen met een ruime kijk op de samenleving: het is onwaarschijnlijk dat die het belang van jongeren veronachtzamen ten faveure van de huidige gepensioneerden. Het is dus kwalijk bij te dragen aan de indruk dat de ouderen zich in deze discussie mengen met het doel de eigen belangen veilig te stellen.
Brede politieke concensus; laat ouderen maar dokken
Los van bovenstaande vaststelling: is het dan minder erg om op de huidige pensioenaanspraken van ouderen te korten dan op die van jongeren in de toekomst? Kennelijk ligt hier de bij VVD/CDA/D66 breed gedragen opvatting achter dat de negatieve effecten van de lage rekenrente het best afgeschoven kunnen worden op de huidige babyboomgeneratie. Dat een politieke meerderheid kennelijk dat onuitgesproken standpunt aanhangt is de conclusie van Martin Koekkoek, oud-voorzitter van een ondernemingspensioenfonds zaterdag 20 oktober 2019 in een opiniebijdrage in de Gooi- en Eemlander (=De Telegraaf)
Dat jongeren de dupe worden is niet onderbouwd
Klopt het argument van professor Bas Werker wel dat jongeren een groot risico lopen? Hij zegt: rendementen uit het verleden zeggen niets over de toekomst. Toch neemt Werker een voorschot op het verloop van de rendementen in de verre toekomst: hij gaat er nu al vanuit dat die rendementen zullen tegenvallen. Waarop is dat gebaseerd? Het verleden laat zien dat pensioenfondsen een gemiddeld rendement van 7 procent maakten. Zelfs als de economische ontwikkelingen de komende jaren sterk tegenvallen is het onwaarschijnlijk dat die rendementen tot 0 zullen dalen. Zelfs bij een rendement van een paar procent zullen pensioenfondsen hun toekomstige verplichtingen gemakkelijk kunnen nakomen. Dus waarom de huidige gepensioneerden straffen voor een probleem dat zich in de toekomst hoogstwaarschijnlijk niet zal voordoen? Op deze weblog zegt actuaris Arno Eijgenraam die jarenlang voor De Nederlandsche Bank werkte en de introductie van de huidige pensioenregels van nabij meemaakte, dat er geen enkele berekening ligt die de veronderstelling onderbouwt dat jongeren de pechgeneratie vormen. Doen alsof het wel zo is, is een vorm van framing die past in het door de overheid gekoesterde beeld van een pensioenstelsel dat op instorten staat. Dat wordt niet door feiten onderbouwd, uitsluitend door veronderstellingen die bovendien onwaarschijnlijk zijn.
Rekenregels hangen met pleisters aan elkaar
In dezelfde weblog wijst Arno Eijgenraam erop dat de huidige pensioenregels een gemankeerd systeem vormen. Een haperende motor, een stelsel dat na een aantal onverstandige politieke wijzigingen nu met pleisters bij elkaar wordt gehouden. Er is zoveel aan geknutseld dat de samenhang is verdwenen en daarmee worden de uitkomsten onbetrouwbaar.
Is de analyse van Bas Werker wetenschappelijk of politiek bepaald?
In welke hoedanigheid neemt de Tilburgse professor eigenlijk deel aan deze discussie? Als wetenschapper? Of misschien als D66-politicus? Dat is de partij die samen met de VVD al jaren voorstander is van ontmanteling van het huidige pensioenstelsel en daarmee blijk geeft een beter oog te hebben voor het belang van commerciële verzekeringen (die staan te popelen om de markt over te nemen), dan het op solidariteit gebaseerde pensioenstelsel. Professor Bas Werker is n.l. ook voorzitter van D66 Noord-Brabant.
Kleine club van gelijkgestemden
Professor Bas Werker komen we ook weer tegen in Netspar. De Tilburgse club die zich ziet als ‘onafhankelijk expertise’-centrum als het om pensioenen gaat. In die club zijn verzekeringsmaatschappijen sterk vertegenwoordigd, een directe vertegenwoordiging van de gepensioneerden ontbreekt. En er zijn innige banden met De Nederlandsche Bank, waarvan je zonder terughoudendheid kunt zeggen dat die meer bezig is met het bewaken van de stabiliteit op de risicovolle financiële markten (banken, verzekeringsmaatschappijen, beleggers, schuldenlanden) dan met de belangen van gepensioneerden. In die geledingen wordt het opbouwen van buffers (spaarpotje voor de toekomst) belangrijker gevonden dan het uitbetalen van pensioenen. In Netspar kom je mensen tegen die ook weer in de commissie Dijsselbloem zitten, juist ja de commissie die het kabinet onlangs adviseerde om de strenge pensioenrregels nog stringenter toe te passen. Het advies van Dijsselbloem had daarmee sterk het karakter van ‘wij van wc-eend adviseren wc-eend’. De commissie van experts keek uitsluitend vanuit financieel perspectief en besteedde geen woord aan de toenemende twijfel over de juistheid van het pensioenbeleid.
Spoiler alert!
Dus let op: als professor Bas Werker spreekt dan is dat mogelijk de wetenschappelijke vermomming van de opvatting van D66, De Nederlandsche Bank, minister Koolmees, Jeroen Dijsselbloem, Netspar en een politieke meerderheid die erop uit is de huidige gepensioneerden een rekening te presenteren van tegenvallers die zich in de toekomst vermoedelijk niet zullen voordoen. Dat doel wordt bereikt door voortdurend en onterecht jongeren en ouderen tegen elkaar uit te spelen.
TON VERLIND
Deze column is eerder gepubliceerd op het platform Loon voor Later
Het Nederlandse pensioensysteem is een spaarsysteem. Elke generatie spaart voor het eigen pensioen. Nu de babyboomers met pensioen gaan/zijn, komen er veel gepensioneerden bij, maar die hebben dus met elkaar ook veel bijgedragen. Een pensioen op niveau ‘steelt’ dus niet van de jongeren, maar het is gewoon het eigen geld. De jongeren van nu zijn met minder, sparen met elkaar dus minder, maar ze hebben dan later ook minder nodig.
En zelfs indien niet… niets rechtvaardigt het om spaargeld af te nemen ten behoeve van mensen die minder sparen. Ik zou verder willen gaan: waar bemoeit de overheid zich mee? Wie geeft de overheid het recht om zelf gespaarde rechten te herverdelen? Een pensioenwet is op zichzelf al een twijfelachtig concept.
Wat mij zo ontzettend bevreemd?…is dat zo weinig mensen zich laten horen en dat terwijl de belangen best groot zijn.
Het continue landje pikken in de vorm van een pensioenwet die snel wordt verzonnen, of het in het oog lopen van partijen tegen elkaar opzetten!
Lees: jongeren tegen ouderen als zijnde er blijft niet genoeg geld in de pensioenpot over als we nu niet ingrijpen.
Laten we een blok vormen!!
Heldere taal en heel goed dat de vinger hier op de zere plek wordt gelegd. Zo worden tenminste ook de onderlinge ( afhankelijke ) relaties in kaart gebracht. Die voor de meesten van ons onbekend zijn.
Door gaan hier mee!
Het is waar wat een van de reageerders schrijft. We spreken wel over een stelselwijziging maar er zijn al verschillende wijzigingen stapje voor stapje doorgevoerd:
*Van DB naar (C)DC
*van eindloon naar middelloon
*aftopping op 100.000 Euro pensioengrondslag
*van 4% rekenrente naar een FTK dat lager uitviel qua rekenrente
*van FTK naar nFTK dat nog lager uitviel qua rekenrente
*van dekkende premie naar gedempte premie
Het toont het beeld van een gestage afbouw van het pensioenstelsel en het feit dat dit nog steeds het beste stelsel lijkt ter wereld zegt meer over de rest van de wereld dan over dit stelsel.
Dat alles is door of met instemming van de meeste politieke partijen gebeurd.
Aanjager: Het ministerie van Financiën/DNB VVD en D66 met name
De rest is slappe hap die kennelijke andere prioriteiten had.
Uitzondering is 50 Plus.
Degenen die hier baat bij hebben zijn evident de werkgevers (lagere premies) en de ondergekapitaliseerde verzekeraars die graag aanvullende regelingen aanbieden die hun positie wat minder beroerd maken.
en wat in deze discussie maar even over het hoofd wordt gezien, marginaal genoemd zeg maar, is dat wij al geruisloos zijn overgegaan van eindloon naar middelloon. Met als argumenten dan houden wij het systeem in stand voor de generaties na ons…die klapsigaar hebben ze al binnen…en dat terwijl je op de achterkant van die klap sigarendoos kan uitrekenen – geen titel voor nodig – dat je gerust over een periode van b.v. 40 jaar kan uitgaan van 4 tot 5 % rendement. Het niet aanpassen van de rekenrente regels is opzettelijke broodroof … Dat was vroeger bekend onder de term misdadig, thans heet het…. zorgvuldig bestuur
Blijf doorgaan met het noemen van de namen en hun lijnen met politiek, Europa, ECB, Ned Bank, Knot, Koolmees en Dijsselflower.
Er wordt vergeten dat de gepensioneerden van nu, 45 jaar lang hun geld met een stuk werkgeversaandeel, gemiddeld heeft gerendeerd met 6 a 7% jaar op jaar. Dus in de pensioenpot zit heel wat geld van de ouderen. Hoezo het gaat ten koste van de jongeren! 10 jaar lang niet geïndexeerd, zelfs gekort (PMT ca 7% ) Dus waar hebben ze het over. De ouderen hebben deze pot voor het grootste gedeelte gevuld. Waarom moeten deze ouderen 60 jaar vooruit kijken, terwijl ze maar gemiddeld 20 jaar van hun pensioen kunnen leven. Geen leugens vertellen aub, dit zijn de feiten.
O ja…;. en niemand heeft het meer over 10 jaar achterstand in indexatie.
Mogen we “dankbaar” zijn met niet korten……
D’66 het onredelijke alternatief
We staan gewoon nergens meer van te kijken. Het valt te waarderen dat nu het “namen en shamen” vorm begint te krijgen. De benamingen die door de anonimiteit geen directe relaties naar personen leggen dragen zeker niet bij tot duidelijkheid op dit punt. Er moet duidelijk worden uit welke hoek de wind waait zodat we daar onze aandacht op kunnen richten.
Dit goede voorbeeld verdient navolging.