Hoogleraar Van Eijk: Onafhankelijkheid publieke omroep op de tocht

We maken ons ontzettend druk om de machtsgreep die de Poolse overheid uitvoert op de publieke omroep van dat land, maar we kunnen ons beter bekommeren om de manier waarop VVD-staatssecretaris Sander Dekker in eigen land de publieke omroep aan de leiband van Den Haag wil leggen. Dat zegt Nico van Eijk, hoogleraar media- en telecommunicatierecht aan de Universiteit van Amsterdam deze ochtend in een ingezonden artikel in De Volkskrant.

Eenzame strijd

Daarmee krijgen de omroepvoormannen Jan Slagter (Omroep MAX) en Lennart van der Meulen (VPRO) onverwachte steun in hun eenzame strijd tegen de aantasting van de onafhankelijkheid van de Nederlandse publieke omroep. Al weken lang voeren ze oppositie tegen de nieuwe mediawet die de politieke greep op de publieke omroep naar hun mening vergroot.

Waarom zijn de omroepen zo stil?

Ze doen dat zonder overdreven grote bijval van collega-omroepen, waarvan verschillende desalniettemin claimen te staan voor “journalistieke onafhankelijkheid”. Maar met die onafhankelijkheid zou het wel eens een aflopende zaak kunnen zijn als Dekker zijn plannen kan doorzetten, zo vrezen Slagter en van der Meulen. Hun verzet heeft er toe geleid dat de wijzigingen in de mediawet voorlopig zijn aangehouden tot de staatssecretaris met een aantal bevredigende antwoorden komt. Maar de kou is nog niet uit de lucht. De aanval van de VVD op een krachtige publieke omroep is een on-going proces.

Waarin lijken we op Polen?

Wat zijn de parallellen tussen Polen en Nederland, zoals Nico van Eijk die ziet?

  • In Polen krijgt de overheid vergaande wettelijke bevoegdheden die de onafhankelijkheid in gevaar brengt.
  • Zo kunnen voortaan het bestuur en de raad van toezicht door de overheid worden benoemd. Nu gebeurt dat nog door een onafhankelijk orgaan, de nationale omroepraad.
  • Ook zou de publieke omroep weer een staatsorganisatie moeten worden.
  • In Nederland wordt de raad van toezicht van de NPO rechtstreeks door de staatssecretaris benoemd, volgens een proces dat volgens Van Eijk weinig transparant is.
  • De nieuwe voorzitter van de raad van toezicht van de publieke omroep is sinds kort de VVD-er Bruno Bruins. Hij is tevens voorzitter van de raad van bestuur van het UWV. Dat is het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. In die hoedanigheid valt Bruins (oud-staatssecretaris) rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van de minister van sociale zaken en werkgelegenheid. Bruins heeft dus een politieke baas en daarom is hij niet onafhankelijk, vindt Van Eijk. Bovendien schrijft Bruins mee aan het verkiezingsprogramma van de VVD, een partij waarvan bekend is, dat hij de publieke omroep graag kleiner wilt maken. Hij is voor zijn ambities dus afhankelijk van zijn VVD-biotoop en dan ligt een “onafhankelijke koers” die ingaat tegen de VVD-wensen niet echt voor de hand, denken zijn critici.
  • De top van de Nederlandse publieke omroep wordt weliswaar benoemd door de raad van toezicht en niet rechtstreeks door de staatssecretaris. Maar de staatssecretaris moet de kandidaten goedkeuren en kan onwelgevallige personen gemakkelijk buiten de deur houden.
  • Via “programmavoorschriften” heeft Dekker zich vergaande bevoegdheden aangemeten om in te kunnen grijpen in de programmering van de publieke omroep, denk aan de “minder amusement”-discussie.

Kwestie van tijd

Op het ministerie circuleren volgens Van Eijk voorstellen om de zelfstandigheid en dus onafhankelijkheid van de publieke omroep nog verder in te dammen.

Volgens Van Eijk ligt om al die redenen een fundamentele discussie over de onafhankelijkheid van ons eigen publieke bestel meer voor de hand, dan dat we ons primair zorgen maken over de ontwikkelingen in Polen.

Vindt HIER het artikel van Van Eijk

TON VERLIND

Geef een reactie