Hoe kon Khalid bij de NPO zo’n belangrijke positie verwerven?

In talkshows hoorde ik sommige advocaten naar aanleiding van de zaak Khalid Kasem het AD toch écht beschuldigen van sensationele journalistiek. Niet de berichtgeving van het AD over de voormalige tv-presentator is in mijn ogen sensationeel, maar het aanvankelijke verbod van de rechter aan het adres van de krant en al haar medewerkers om over dit onderwerp te publiceren. Een oordeel dat door een hogere rechter godzijdank werd teruggedraaid. Anders dan sommige beroepsgenoten van Kasem op televisie beweerden dient deze publicatie wel degelijk een algemeen belang. Dat publieke belang overtreft de mogelijke risico’s die Royce de Vries (indertijd binnen hetzelfde kantoor collega van Kasem) met deze publicatie loopt. Wat is trouwens dat risico behalve dan dat de affaire de reputatie van Royce en de nagedachtenis van zijn vader Peter R de Vries zou kunnen bezoedelen?

Verkeerde vrienden

Kort de feiten op een rij: uit publicaties van het AD wordt duidelijk dat Khalid Kasem als advocaat contacten had/heeft met de clan van Ridouan Taghi, die hij kent van hun gezamenlijke tijd op school. Het Openbaar Ministerie verdenkt er de gewezen advocaat van dat hij informatie uit vertrouwelijke dossiers heeft gelekt naar Taghi. Harde bewijzen ontbreken, het OM zegt wel over sterke aanwijzingen te beschikken. Uit de door de rechter nu vrij gegeven vervolgpublicaties van het Algemeen Dagblad (woensdag 6 maart 2024) blijkt dat Kasem direct of indirect meer contacten heeft gehad met Taghi dan hij zelf wilde toegeven. Bovendien hebben vrienden van Taghi druk op hem uitgeoefend om vertrouwelijke informatie te lekken. Kasem zelf zegt die druk te hebben weerstaan. Maar hoever reikt iemands weerbaarheid tegen een criminele bende die er niet voor terugschikt om familieleden te executeren? Het lijkt me niet de meest betrouwbare vriendenkring. Uit eerdere publicaties van het AD op basis van uitgelekte tapes weten we bovendien dat Khasem er niet voor terugdeinsde om met ongebruikelijke moves onbetaalde rekeningen te incasseren. Ik weet niet of de gewezen advocaat grenzen heeft overschreden en we zullen het misschien ook nooit weten, maar uit de publicaties wordt duidelijk dat de scheidslijn tussen boven- en onderwereld flinterdun is geworden. Dat risico zag kennelijk ook peter R de Vries, want waarom zou hij anders gesprekken met een kantoorgenoot in het geheim opnemen?

Het gaat me niet om die zaak op zich. Maar hij laat zien -en daarin zit wat mij betreft ook de relevantie van de berichtgeving- dat het gebied tussen boven en onderwereld steeds vloeibaarder wordt. Zo zijn er aanwijzingen dat de onderwereld zich op sommige plaatsen direct of indirect al heeft vermengd met het lokale openbare bestuur. Op grond van de nu beschikbare bewijzen kan Khalid zo’n rol niet worden toegeschreven.  Toch heeft de publieke omroep er met deze affaire een probleem bij: hoe kon het dat Kahlid zich ondanks zijn schimmige achtergrond zo’n belangrijke positie wist te verwerven bij de publieke omroep, namelijk als host van een van de beeldbepalende talkshows? Deze affaire raakt dus niet alleen de advocatuur, maar ook de (televisie)journalistiek.

TON VERLIND

 

Eerder verscheen over Khalid Kasem deze column: Omroepjournalistiek onder vuur

 

Geef een reactie