In het interview met Twan Huys in Buitenhof (31 maart 2024) leek voorzitter Frederieke Leeflang van de NPO de aandacht van de interne perikelen te willen afleiden door te wijzen op het grote belang van de publieke omroep voor de democratie. Landen met een sterke publieke omroep hebben een sterke democratie zei ze met verwijzing naar niet nader genoemd onderzoek. Dat suggereert een causaal verband: een sterke publieke omroep zorgt voor een sterke democratie.
Het was een waarschuwingsschot voor de nu formerende partijen die in meerderheid voor een sterke afslanking van de publieke omroep staan. Klopt het wat Frederieke suggereerde? Wie er onderzoek op naslaat, o.a. van de European Broadcast Union, een samenwerkingsverband van Europese publieke omroepen en onderzoek van de Unesco, ziet dat het een interpretatie is. Je kunt het ook zo lezen: landen met een sterke democratische traditie hechten aan persvrijheid en hebben dus vaak ook een sterke publieke omroep. Die vormt dan een indicatie voor de gezondheid van de democratie. Dictaturen hebben die persvrijheid niet en daar stelt de publieke omroep niets voor.
Een goede publieke omroep draagt bij aan het democratisch functioneren en bevordert de betrokkenheid van de bevolking bij de democratie. So far so good. Dat onderzoek dateert deels van een aantal jaren geleden en concludeert ook dat publieke omroep een remmende werking heeft op de opkomst van rechts, in de discussie tegenwoordig vaak en al snel als extreem rechts geframed. En op dat punt begint het te wringen.
Er blijven kansen liggen
Er ligt een interessant lijntje naar het interview deze week in Spreekbuis met voormalig WNL-presentatrice Margreet Spijker. De publieke omroep laat een belangrijk deel van zijn taak liggen, zei ze. ‘Links en rechts schieten (op social media) de platforms als paddenstoelen uit de grond. Daar worden de onderwerpen besproken die bij de publieke omroep niet aan bod komen. Ze worden te gemakkelijk afgedaan als desinformatie, fout, onzin, waardeloze journalistiek. Maar dat is vaak niet terecht. Ze bedienen groepen die vinden dat de publieke omroep zijn taak niet goed verricht. Op die platforms wordt gediscussieerd over onderwerpen die wij negeren’.
De publieke omroep heeft naar haar mening te weinig aandacht voor opvattingen die misschien in ‘Hilversum’ niet bon ton zijn, maar in veel huiskamers het gesprek van de dag vormen. Niet al die zorgen kunnen zomaar als extreem rechts gezeur (dit zijn mijn woorden) afgedaan worden. Daarin heeft ze gelijk en we weten uit de recente geschiedenis dat het negeren van onwelgevallige geluiden niet leidt tot het verdwijnen ervan.
‘In een mainstreammodel is geen plek voor uitersten’
Dit sluit aan bij het interview dat Spreekbuis in 2022 had met Bert Huisjes, directeur/voorzitter van WNL, een omroep die ooit toegang kreeg tot het bestel om dit gemis te compenseren. Bert Huisjes zegt: ‘De publieke omroep is in de kern een mainstreammodel, waarin zowel plek is voor de VPRO als WNL. Als je het politiek zou zien, dan gaat het van Groen Links tot de VVD, maar alles wat daarbuiten valt wordt voor een mainstreammodel moeilijk’. Ik weet niet of dit binnen de publieke omroep een algemeen gedeelde visie is, maar hier lijkt Huisjes te zeggen – en hij werd er niet in tegengesproken: geluiden links van GroenLinks en rechts van de VVD horen binnen de NPO niet huis. Inmiddels valt er dus heel wat buiten het gezichtsveld, als je de verkiezingsuitslag letterlijk neemt. Binnen de publieke omroep werken mechanismen waardoor nieuwkomers als Powned en WNL heel snel salonfähig werden. Verzet daartegen lijkt de kern van het gevecht tussen de NPO en Ongehoord Nederland. De scherpte van Powned en WNL is verdwenen, ze zijn naar het veilige midden getrokken dat al lange tijd geen veiligheid meer biedt. Was WNL bij zijn kern gebleven, zou Ongehoord Nederland dan ooit zijn ontstaan?
Het onderzoek waar Frederieke Leeflang zich op baseerde zegt dat de publieke omroep gevoelens van frustratie in de samenleving in goede banen kan leiden. Dan geldt ook het omgekeerde: een publieke omroep die er niet mee om weet te gaan, draagt bij aan de polarisatie. Als een sterke publieke omroep een indicatie is voor de gezondheid van een democratie, dan is een zwakke publieke omroep dus een contra-indicatie die duidt op verval. Frederieke agendeerde haar pleidooi over taak en rol van de NPO terecht en met overtuiging, maar misschien op het verkeerde moment: eerst intern maar eens orde op zaken stellen.
TON VERLIND
Uitstekende analyse van Ton Verlind. Maar wel met één zeer fundamentele kritische kanttekening over een ommissie.
Uit recent onderzoek bleek dat de politieke signatuur van omroepmedewerkers (en trouwens ook universiteiten en ambtenaren) zeer dominant D66 en PvdA-GL is.
Helaas is dat bij bijna alle programma’s (zelfs van WNL!) heel goed te merken (OpZijnKop van Marianna Zwagerman bijv. uitgezonderd).
Als gevolg daarvan wordt ook het rechts-van-het-midden geluid aanzienlijk zwakker/bijna niet gehoord via de publieke omroep dan het links-van-het-midden geluid. Dat is vooral uitstekend te illustreren aan de hand van artikelen/programma’s over klimaat/energietransitie en asiel-immigratie.
En daarmee is de publieke omroep, helaas, een links propaganda instrument geworden. i.p.v. een neutrale kritische journalistieke omroep die een vrije democratie ondersteunt.
M.i. zouden bij een publieke omroep uitsluitend mensen mogen werken die “politiek dakloos” zijn als zij gezichtsbepalend zijn. Dat zou ook de kritiekloosheid t.a.v. het Corona-beleid hebben voorkomen. Daarnaast kunnen/mogen politieke opvattingen best geëtaleerd worden, maar onder de strikte voorwaarde dat heel duidelijk gemaakt wordt dat er sprake is (politieke) opvattingen; en niet van nieuws of feiten.
Een democratie heeft vooral ook nood aan een degelijke, kwalitatief hoogstaande publieke nieuws radiozender.
Die haar luisteraars serieus neemt en stopt met de gruwelijke reclameBLOKKEN, de veelheid aan
opgedrongen plaatjes (want meer is het niet), het ver(mu)zieken van het gesproken woord, het jeukende stemgeluid/gebruik van deze en gene presentator, het door elkaar heen praten. Mij dunkt , er valt nogal wat af te dingen. Kent u iemand die met regelmaat afstemt op nporadio1…ik niet. Ik vraag het wel eens op feestjes. Een publieke zender als nporadio1 niet in staat om in aangegeven nood te voorzien, dan heb je geen bestaansrecht. Maar voor een kritisch tegengeluid is in Hilversum geen plaats. Een roepende in de geluidswoestijn, kent u die uitdrukking. Ook de ombuds is horend doof. Maar misschien is lijden aan tinnitus wel bekend. Je zult er maar mee moeten leven. Elke tune/jingle enz komt binnen als een explosief.
Merci , kostenverslindend mediapark cum suis.