Wat is er mis met de publieke omroep?

Als programmamakers, Lennart van der Meulen (directeur VPRO), Jan Slagter (directeur Max), De Telegraaf, NRC en tal van kijkers- en luisteraars zich druk maken over de beslissingen bij de publieke omroep moet er wel iets mis zijn. Het ongenoegen over het beleid van de NPO is de afgelopen dagen behoorlijk gevoed met de aankondiging van de zoveelste koerswijziging. Op zoek naar “succes” kiest de top van de NPO –in toenemende eenzaamheid- zo ongeveer elk jaar voor een ander beleid. De keuzes worden gedomineerd door “rendementsdenken” zeggen de critici van de NPO. Ze vinden dat creativiteit, innovatie, originaliteit, dus de behoefte om zich te onderscheiden van de commerciële omroep dominant zouden moeten zijn: zet de mensen centraal, niet de cijfers. Als er zoveel koerswijzigingen nodig zijn in zo’n korte termijn en de NPO blijft almaar ontevreden over de eigen resultaten, dan moet er iets mis zijn in de visie. Voor D66 nu aanleiding om hierover met de minister in discussie te gaan. Op deze weblog een samenvatting van bijdragen die de afgelopen week op mijn Facebook-account de revu passeerden en waarop meer dan gewoon werd gereageerd:

Lennart van der Meulen: Noord-Koreaanse mentaliteit
Bij het centrale gezag van de Nederlandse Publieke Omroep heerst een Noord-Koreaanse mentaliteit: met deze opmerking zal VPRO-directeur Lennart van der Meulen, vorige week gedaan, zich bij de NPO niet erg geliefd hebben gemaakt. Maar heeft hij gelijk?

Dromen van centralisatie
De NPO zet sterk in op centralisatie. D.w.z.: het liefst zou men de zenderkleuring en de programmering aansturen vanuit één hand. Hoofddoel daarbij is het halen van de gewenste marktaandelen. Door de politiek laat de NPO zich opdringen, dat er VEEL mensen naar de publieke omroep moeten kijken en dat IEDEREEN bereikt moet worden, ook dus de mensen die geen boodschap hebben aan inhoudelijk relevante programmering, omdat ze alleen maar geamuseerd willen worden of jongeren die helemaal geen boodschap hebben aan de manier waarop de publieke omroep zichzelf organiseert. De pogingen van de NPO om ze toch te bereiken hebben de kenmerken van een wanhoopsoffensief.

Kijk naar radio 2. Het was een full service-zender. Lichte informatie afgewisseld met muziek. De presentatoren maakten programma’s die bij hun persoonlijkheid pasten en daarom was het een aardige zender, waar het ook nog eens ging over andere onderwerpen dan de thema’s waarmee we nu overal platgebombardeerd worden. Maar de zender moest mee in de dynamiek van de tijd. Dwz: er moest gescoord worden in een jongere doelgroep. De presentatoren hebben zich van hun eigenheid moeten ontdoen en laten nu muziek horen die door de NPO wordt voorgeschreven. Inhoudelijk gaat het nergens meer over. Het is een top-40 machine geworden, niet bepaald een publieke taak.

De macht van het cijfer telt
Hoe creëer je hoge marktaandelen? Door kopieën te maken van succesvolle programma’s en daarvan weer kopieën te maken. Je bereikt dan wel een groot publiek, maar het nadeel is ook dat het totale televisie en radio-aanbod gaat lijken op dat wat ook door de commerciële omroepen wordt aangeboden; meer van hetzelfde.

Oppositie wordt monddood gemaakt
Veel amuserende formats zouden moeiteloos geskipt kunnen worden omdat ze een rip off zijn van succesvolle programma’s van de commerciële televisie. Het zijn de omroepen die af en toe nog eens op de rem trappen, omdat ze een idealistische doelstelling hebben, voor zover ze in het realiseren daarvan niet ontmoedigd worden. De Raad van Bestuur zet alles op alles om de angel uit deze oppositie te halen en de meeste omroepen hebben zich daar nu bij neergelegd.

Centralisme is zo outdated
Dit centralistische denken is zo ongelooflijk outdated. De opkomst van internet vraagt juist om DECENTRALISATIE: laat duizend bloemen bloeien. Maak van de publieke omroep de kweekvijver van talent, omarm het experiment, voedt de diversiteit, neem originele posities in.

Ook digitaal mist de NPO aansluiting
Ook in de digitale wereld vaart de publieke omroep een centralistische koers. Alle internet-verkeer moet lopen via de sites van de NPO. Dat leidt tot groot ongemak voor consumenten. Luisteraars en kijkers hebben namelijk geen enkele affiniteit met het instituut NPO, ze voelen zich verbonden met programma’s. Als ik iets wil terugzien tik ik de naam van het programma in en hoop ik op deze manier snel het betreffende fragment gevonden te hebben. Ook die weg is de NPO nu aan het afsluiten. Programma’s hebben een relatie met hun klanten. Ze weten hoe ze die moeten bedienen en zijn dus in staat om succesvolle afgeleide producten te bedenken. Maar succes is a pain-in-the-ass van het centralistische denkende apparaat, want zo verlies je argumenten om je er tot op detailniveau mee te bemoeien.

Betuttelend
Wil ik als student of coach fragmenten downloaden uit NPO-televisie-programma’s dan kan dat niet. Ik mag wel kijken, ik mag ze niet gebruiken in werkstukken, hoewel alle content toch met mijn belastinggeld is gefinancierd. Op Youtube kom je de NPO maar in beperkte mate tegen en vaak nog met content die door dissidente kijkers- en luisteraars is gestolen en geplaatst. Wil de NPO jongeren bereiken, dan kan dat alleen via een Youtube-achtige omgeving met toestemming voor een ruimhartig gebruik van NPO-materiaal. De zender van de NPO waarmee je jongeren kunt bereiken heet dus geen NPO 3, maar Youtube, 1,2,3,4,5,6,7,8,9,…..

Los van de werkelijkheid
De Raad van bestuur gaat niet mee in deze werkelijkheid, maar probeert hem nog steeds naar zijn hand te zetten. Dat klinkt inderdaad Noord-Koreaans. Het is als in het Verenigd Koninkrijk aan het begin van de industriële revolutie. De treinen werden electrisch, maar de vakbond zorgde ervoor dat er nog jarenlang stokers mee bleven reizen. Gebrek aan realiteitszin: dat is er dus mis met de publieke omroep.

 

NPO houdt niet van ouderen

De NPO houdt niet van oudere kijkers en luisteraars. Het is niet persoonlijk bedoeld. Dat is commerciëel bepaald. Adverteerders zijn voornamelijk geïnteresseerd in de groep van 29 tot 49 jaar. Daarvan ligt het uitgavepatroon nog niet muurvast en die kun je als klant nog binnenhalen. Althans: dat is de perceptie van reclameburo’s die overwegend door 30-ers worden bevolkt. “Het is zoals ZIJ tegen ouderen aankijken”, hoorde ik een kritisch analist ooit zeggen. “Het is niet noodzakelijkerwijs de werkelijkheid”.

Het gaat ook om het geld
De NPO volgt slaafs de reclamejongens. De NPO is dan wel niet commerciëel, maar moet toch zo’n 200 miljoen uit de markt halen en daarvoor heb je dus jongeren nodig. DAT is de reden dat 50-plus door de publieke omroep al jarenlang naar de uitgang wordt geloodst.

Hoe ziet die exit er dan uit?
Op de radio heet de nooduitgang “NPO Radio 5”. Daar kun je horen welk beeld de NPO heeft van “ouderen”. Dat zijn in nostalgie zwelgende zwevers, die het liefst de hele dag naar Vera Lynn luisteren. Ze willen toegesproken worden op zacht zalvende toon door van empathie overlopende presentatoren, uit wier mond je geen onvertogen woord zult horen. Die presentatoren hebben heel veel geduld met de gasten waarmee ze praten, die niet geschoffeerd mogen worden of tot haast aangezet moeten worden, terwijl haast toch het kenmerk van de ouderen zou moeten zijn, omdat ze het grootste deel van hun toekomst achter zich hebben.

Ik overdrijf nu (een beetje): er zitten ook prachtige programma’s verstopt in de ramsjbak die Radio 5 heet. Programma’s, waarvan je je afvraagt waarom ze niet gewoon op Radio 2 hadden kunnen blijven. O ja: ze moesten weg om ruim baan te maken voor de Top 40 en de Top 2000, 2 keuzes met een grote maatschappelijke relevantie.

Vuilnisbak
De NPO heeft van Radio 5 de vuilnisbak gemaakt van de publieke omroep. Alle programma’s die op de andere zenders inmiddels zijn weggesaneerd, omdat de NPO ze eigenlijk niet ziet zitten, hebben onderdak gevonden op Radio 5 en wachen op de definitieve opheffing. Lekker gemakkelijk als er straks verder bezuinigd moet worden: doe het licht uit bij Radio 5 en de NPO is van alles af, waar de NPO al jaren afscheid van wil nemen. Aan Radio 5 ligt dus geen principiële keuze ten grondslag (dan zou ik er vrede mee hebben), maar de zender is onderdeel van een saneringsbeleid.

Kijkers- en luisteraars.
Krijgen kijkers- en luisteraars ooit de kans om over het NPO-beleid mee te praten? Nee, in het geheel niet. Er wordt natuurlijk wel aan marktonderzoek gedaan, maar dat geeft de grootste gemiddelde deler altijd gelijk en heeft geen boodschap aan de mening van minderheden.

Scheiden in plaats van verbinden
DAT is dus het beeld dat de NPO heeft van de moderne generatie ouderen. De NPO spant zich niet in om generaties te binden, de doelgroepen worden om commerciële redenen juist gesegmenteerd, dus uit elkaar gedreven en dat is er dus mis met de publieke omroep.

 

TELEGRAAF – Jongeren hebben niets met de NPO

De jacht van de NPO op “de jongere kijker” is volgens Telegraaf-recensent Marcel Peereboom een utopie. De gemiddelde leeftijd van de NPO 1-kijker is 56 jaar, die van net 2 is 61 jaar en naar de jongerenzender, NPO 3, kijken mensen van gemiddeld 44 jaar, schrijft Peereboom. “Laatstgenoemde zender wil graag het allerjongste segment aan zich binden, maar de Youtube-generatie laat zich niet vangen”, schrijft hij. Hij noemt het beleid van de NPO paniekvoetbal. Het leidt in De Telegraaf tot de volgende conclusie: “Zoals topbankiers Oost-Indisch doof blijven voor kritiek van hun eigen klanten, zo leeft de top van de NPO eveneens in een parallel universum. De publieke omroep moet de oudere kijkers koesteren. Zij stuwen de programma’s van NPO 1 tot eenzame kijkcijferhoogten”. De NPO kijkt naar 50 plus als de “niets opleverende, commercieel oninteressante oudere kijker, schrijft Peereboom, maar in werkelijkheid zijn ze voor de NPO “de kip met de gouden eieren”. Rijp voor de slacht. Dat dan weer wel.
Gebrek aan lef om voor de ouderen te kiezen: dat is er dus mis met de NPO.

NRC – Geen waarden maar cijfers

Fewer, bigger, better, luidt de nieuwe mantra in Hilversum. Dat schrijft NRC-colomnist Jan Kuitenbrouwer in de krant van vrijdag 11 april 2015. Hij beschrijft daarmee in het kort het “nieuwe” beleid van de NPO. Programma’s zullen bij het ontbreken van succes sneller van de buis worden gehaald, programmaseries worden korter en er komt meer afwisseling.

 Zwabberbeleid

Het kan verkeren. Nog niet zo lang geleden verkondigde de NPO precies de omgekeerde strategie: in het kader van de bezuinigingen en de herkenbaarheid zou het aantal titels sterk worden beperkt en zouden van de succesvolle programma’s MEER afleveringen worden uitgezonden.Het oogt nogal wispelturig. Hoe er ook aan de tv en radio-programmering wordt geschaafd: elke keer haalt de NPO zijn eigen doelen niet. Van zulk beleid wordt gezegd: alleen een gek blijft steeds hetzelfde doen in de veronderstelling dat ooit het resultaat verandert.

 Rendementsdenken

Fewer, bigger, better: “de bewoners van het Maagdenhuis noemen het “rendementsdenken”, aldus Kuitenbrouwer. “De financialisering van alles. De vermarkting van overheidstaken, de verelendung van de publieke sector”., zo omschrijft de colomnist het. “Geen waarden maar cijfers”.Kuitenbrouwer: Waar de NPO zich nu zo in vastbijt (neo-liberaal denken) is precies datgene wat de samenleving beu begint te worden. “Het leger spijt-op-tanten groeit”.

 Het is het beleid van een autofabriek

Fewer, bigger, better:Kuitenbroiuwer vindt het niet zo’n goede typering, want het is ook de nieuwe mantra van Nissan en dat is een automerk.. Waarom al dat geknutsel door de NPO vraagt NRC zich af. “Wat is het “probleem” van de publieke omroep? In zijn huidige vorm kost de NPO ons 3 euro per persoon per maand, een fractie van wat je als ingezetene van Duitsland of Engeland voor dezelfde voorziening betaalt. En een microscopische fractie van wat we jaarlijks aan zorg, onderijws, sociale zekerheid of defensie kwijt zijn. Zelfs totale afschaffing van de publieke omroep zou maar een besparing van 0,3 procent op het overheidsbudget opleveren.

Angst

Het beleid van de NPO wordt gedirigeerd door angst. Angst om tekort te schieten naar de politiek. Maar hoe diep de Raad van Bestuur van de NPO ook buigt naar Den Haag, vrienden zullen ze nooit worden. Daar zorgen Wilders en de VVD wel voor,schrijft Kuitenbrouwer, want die willen de NPO zo klein mogelijk. Wilders uit rancune en de VVD omdat de VVD niet houdt van overheidsfinanciering. Het zou dus wijzer zijn dat de NPO zijn band met het eigen publiek verstevigt.Maar het woordje “dialoog” komt in het vocabulaire van de NPO niet voor.

Dat alles is er dus mis met de publieke omroep….

3 comments on “Wat is er mis met de publieke omroep?
  1. Arthur Vierboom schreef:

    Hallo Ton, Dank voor een samenvatting van de tegenstand die de publieke omroep inderdaad tegenkomt bij haar pogingen om die toekomstbestendig te maken. Toch denk ik dat die kritiek -wellicht onbedoeld – wat eenzijdig is. Ook ik vind het verwarrend om in een tijd van oneindige mogelijkheden te zien dat wij van 600 naar 50 websites moeten na een ontwikkeling waarbij 23 omroepen net zijn terug gefuseerd naar 8 fusieomroepen. Dat voelt als de tegenovergestelde trend.

    Maar het zou ook een doordacht antwoord kunnen zijn op een complexe vraag. Dat voor dat antwoord een centralistisch NPO nodig is lijkt mij geen machtswellust maar gewoon het resultaat van een jarenlange impasse die ook door omroepen zelf in stand gehouden werd gehouden. Je kunt het natuurlijk hebben over de inhoudelijke keuzes die de NPO maakt maar dat gaat er in ieder geval van uit dat er uiteindelijk een keuze gemaakt gaat worden.

    Toen de NPO tegen de wensen van omroepen in het programmeermodel bedacht bleek dat later een heilzame keuze. En toen omroepen nog in de Raad van Toezicht zaten bleek de NPO – en omroepen vonden dat geen probleem – stuurloos klem te zitten tussen leiding geven aan omroepen die daarop zelf toezicht hielden. Ontwikkelingen die jaren vertraging opleverden bij het actueel houden van dit bestel. Ik ben een fan van pluriformiteit mits die niet ten doel heeft alles te laten zoals het is. De behoefte aan centralisme nu is mijns inziens een reactie op die periode van machteloosheid.

    Mijn wens is dat de NPO een balans gaat vinden tussen dat centralisme en het besef dat de kracht van dit bestel in haar diversiteit/pluriformiteit ligt. Hoopvol vind ik – vanuit dat perspectief – dat de samenwerking met de regio op dit moment een enorme vlucht neem en dat de ontwikkelingen rond lokale publieke omroepen op termijn ook een bijdrage kunnen leveren aan een divers bestel.

    Verder denk ik dat de NPO goed geanalyseerd heeft wat de komende tijd – ook voor de omroepen – echt belangrijk is. Zichtbaarheid en vindbaarheid. En het internet bewijst dagelijks dat je er dan niet komt met het laten bloeien van duizend bloemen. Daar is echt meer voor nodig en het ziet er naar uit dat – ook hier weer tegen de ontwikkelingen in – de NPO een duidelijke keus heeft gemaakt. Alle publieke content op een paar plekken die duidelijk te vinden en te herkennen zijn. NPO als zendernaam bij radio en televisie kan even wennen zijn maar leidt op de duur zeker tot herkenbaarheid.

    Fewer, Bigger, Better komt van de BBC die met dat mantra een aantal indrukwekkende resultaten boekte. De Olympische Spelen waren fantastisch en het project rond de tweede wereldoorlog fascinerend in omvang en vakmanschap. Aan de basis van die enorme gezichtsbepalende projecten lagen duidelijke keuzes. Keuzes die de publieke omroep hier ook maakt in de wetenschap dat dat met steeds minder geld moet (iets waar de Britten met hun license fee iets minder last van hebben).

    Mij valt deze dagen op dat de NPO haar beleid in behoorlijke eenzaamheid moet uitvoeren en dat vind ik jammer. Het zou voor de ledenomroepen een kans zijn om te laten zien dat zij ook snappen dat als je niet zichtbaar en vindbaar ben je helemaal geen bestel hebt. Nog los van het draagvlak lijkt het me verstandig dat omroepen mee blijven doen bij het ontwikkelen van beleid, ook als ze niet altijd hun zin krijgen. Want in de kern is de meerwaarde van dit bestel haar pluriformiteit en als dat wegvalt is niet alleen de NPO verantwoordelijk.

    • Ton schreef:

      Hoi Arthur, Ik ben bewust niet in de geschiedenis gedoken, omdat ik het niet erg interessant vind hoe en waarom we hier gekomen zijn. De NPO is er nu in geslaagd om vrijwel alle macht naar zich toe te trekken. Het betekent dat we de de Raad van Bestuur dus ook mogen afrekenen op de resultaten. In dat beleid zit een aantal onbegrijpelijke componenten, die tegen de tijdgeest ingaan: centralisatie is er een van. De visie op jongeren is een ander thema en ouderen voortdurend het gevoel geven dat ze niet welkom zijn, terwijl de publieke omroep -zoals De Telegraaf constateert- erop drijft is een ander punt. Al 10 jaar wordt er volgens hetzelfde principe geherstructureerd en al tien jaar is de NPO ontevreden over de resultaten daarvan. Dat geeft toch te denken? Zelfs mijn eigen mediagebruik sluit niet meer aan bij de visie van de NPO. Het lijkt alsof we in twee verschillende werelden leven: een binnenwereld en een buitenwereld. Ik ben als consument helemaal niet geinteresseerd in de “vindbaarheid van de NPO” binnen de social media. Ik ben geinteresseerd in de vindbaarheid van content die voor mij relevant is. Daarin spelen mijn vrienden en relaties als selectiemechanisme een veel grotere rol dan de NPO als instituut ooit zal kunnen spelen. En voor zover ik een relatie heb met de publieke omroep (en die heb ik) loopt die via mijn sympathie voor programma’s, thema’s en programmamakers en niet via instituten. Dat de samenleving zich zo ontwikkelt, kun je aan het beleid van de NPO op dit moment niet echt merken. Bovendien gaat de NPO buitengewoon behoudend met zijn materiaal om. Van echte consumentvriendelijkheid kan niet gesproken worden. Het blijkt ook uit het feit dat de NPO veel energie investeert in de stakeholders maar niet in de dialoog met kijkers- en luisteraars. De kritiek is inmiddels toch behoorlijk algemeen en loopt door alle lagen van de journalistiek en de samenleving. Dan wordt het tijd om eens uit je schulp te komen, zou je denken. “Mij valt deze dagen op dat de NPO haar beleid in behoorlijke eenzaamheid moet uitvoeren”, constateer je terecht. Dat zou toch te denken moeten geven? Het neemt niet weg dat ik jouw bijdrage aan de discussie zeer waardeer. De laatste keer dat ik van de Raad van Bestuur iets hoorde was met de dreiging van juridische stappen, omdat ik onder de titel “Mijn Publieke Omroep” op internet mensen probeerde te mobiliseren om input te leveren voor het beleid van “Onze” publieke omroep. Die input kwam er ook, maar werd door omroepbazen snel afgedaan als “niet terzake doende”. Vr gr Ton Verlind

      • Arthur Vierboom schreef:

        Hi Ton, dank voor je uitgebreide antwoord en leuk dat je reageert ;)) Zoals je weet ben ik een bewonderaar van je enorme staat van dienst en van de innovatieve publieke geest die in jou huist. Ik wil graag nog even ingaan op een aantal punten die jij naar voren brengt. Je hebt helemaal gelijk dat je deze Raad van Bestuur mag afrekenen op haar resultaten. En voor zover ik ze ken lopen ze daar ook niet voor weg. Waarom ik wel de geschiedenis in dook is om aan te geven dat die hang naar centralisme binnen de NPO niet op zichzelf staat maar vooral nodig is om noodzakelijke veranderingen (die lang werden tegengehouden door patstellingen in discussies tussen omroepen en de overkoepelde NPO) eindelijk ingezet kunnen worden. Voor een deel hebben die patstellingen zelfs bijgedragen aan een afnemend draagvlak voor ons bestel en stonden er weinig mensen op toen we onevenredig hard getroffen werden door bezuinigingen. Het doorbreken van die patstelling was niet alleen nodig maar is voor mij een basisvoorwaarde voor een publieke omroep met toekomst. Het zorgt er hopelijk ook voor dat noodzakelijke veranderingen kunnen worden ingezet waardoor het draagvlak voor een publieke omroep weer groeit. Je snapt dat voor mij dat duiken in de geschiedenis wel een relevant onderdeel is om de stappen die vandaag binnen het bestel genomen worden beter te begrijpen.
        Natuurlijk laat dat onverlet dat bepaalde besluiten vragen kunnen oproepen en dat – zoals jij aangeeft – ook doen. Ik herken punten zoals die altijd maar aandachttrekkende jongeren maar geloof weer niet dat ouderen zich niet gewaardeerd voelen. Sterker nog: Van de eigenzinnige route die de NPO gekozen heeft kun je niet zeggen dat distributie op jongeren gericht is omdat programma’s dan juist ruim voor handen zouden zijn geweest op de sociale media. Ik zie de ‘defensieve’ stappen van nu ook als een tussenstap om vanuit een ‘beschermde’ omgeving straks keuzes te kunnen maken met content. Ik ben een grootverbruiker van YouTube, Facebook, Meerkat, Twitter, Periscope en enthousiast over al hun mogelijkheden. Maar ik zie ook dat wachten op een duidelijk vertrekpunt geen kwaad kan. Voorbeeld: YouTube heeft duidelijke afspraken en vergroot vindbaarheid. Maar nu komt Vessel en krijgen content-eigenaren geen 3 euro per duizend kijkers maar 50 euro. Omdat zij vinden dat creativiteit (ip) de kern van goede content is moeten de makers er ook het meeste aan verdienen. Hetzelfde zie je bij de opkomst van Tidal (’the first artist-owned streaming service) als alternatief voor Spotify. Artiesten krijgen te weinig bij Spotify dus gaan ze weg bij Spotify en vertrekken ze naar Tidal. Een ontwikkeling die de publieke omroep kan steunen als die met content keuzes kan maken. Natuurlijk kun je als publieke omroep ook Facebook gebruiken (50% van alle content wordt langs die weg gevonden) maar als je je zorgen maakt over privacy en zaken als Big Data – typisch zaken waar je als publieke omroep zorgen over kan hebben – kun je ook de keuze maken om dat niet te doen en te wachten tot er iets beters komt (bijvoorbeeld een FB dat zegt dat ze niets van je wil weten en niets bewaard). Ook de discussie of kabelaars wel of niet moeten betalen voor publieke content wordt steeds meer een achterhoede gevecht – natuurlijk moeten ze betalen – maar is de huidige ‘must carry’-verplichting van kabelaars een ‘must-deliver’ verplichting voor de publieke omroep? Ik zeg niet welke keuzes gemaakt moet worden maar wil alleen aangeven dat je het hier alleen over kan hebben als je zeggenschap houdt over de verspreiding van content, volgens mij een van de belangrijke doelen van de stappen die nu gezet worden en die begrijpelijk worden als je ze in die ontwikkeling plaatst.

        Vroeger waren het de namen van omroepen die voor de kijker/luisteraar/bezoeker het verschil maken. Maar door de contentbom – van uiteenlopende merken in binnen en buitenland – die op alle verschillende platforms tot ontploffing gekomen zijn- is het woordje ‘publieke’ nu het belangrijkst. Ik vind dat al onze inspanningen erop gericht moeten zijn om dat woord herkenbaar, vindbaar en betekenisvol te maken. En dat doe je door keuzes maken, niet alleen voor de content die je maakt maar ook hoe je hem verspreid.

        Jouw punt dat er weinig dialoog is tussen de NPO en de kijker/luisteraar/bezoeker klopt denk ik wel maar weet niet of dat erg is. Omroepverenigingen moeten weten wat er onder de leden leeft. Net zoals lokale en regionale omroepen met inwoners (verzameld in PBO) in het uitzendgebied moeten overleggen. De NPO (en haar netmanagers) zorgen er vooral voor dat al die inhoud van de omroepen langs goede kanalen bij de doelgroep (dus iedereen) kan komen en de kernwaarden (lees: verschillen met commerciële omroepen) goed voor het voetlicht komen. (met niet geringe nevendoelstellingen verwoord in de prestatieovereenkomst (1 op de 3 nederlanders minimaal bereiken) en de stilzwijgende verplichting jaarlijks voor een goed gevulde STER-pot te zorgen waaruit een deel van de subsidie betaald wordt)

        De geschiedenis van de juridische stappen ken ik niet en lijkt me geen slimme route 😉

        Misschien ben ik er iets te diep op jouw reactie ingaan maar wil het graag goed uitleggen zodat je snapt waarom ik er (deels) anders over denk en eigenlijk vind dat de Raad van bestuur bij de uitvoering van haar strategie veel minder alleen zou moeten lopen dan ze nu soms doet.

        Slaap lekker en tot spreeks!

Laat een reactie achter bij Arthur VierboomReactie annuleren